Het succesnummer van de Aero 1987 was de Aviasud AE-206 Mistral. Ondanks
de relatief hoge prijs was er veel belangstelling voor deze microlight.
De echte doorbraak voor de Mistral kwam nog geen maand later: op 4 Mei 1987
schreef de Mistral geschiedenis toen een met ski’s uitgerust toestel, bestuurd
door Nicolas Hulot, op 90° N, de geografische Noordpool, landde. Deze Mistral was samen met een
speciaal uitgeruste Avid Flyer de eerste Microlight die deze vlucht
volbracht. De Avid Flyer Explorer, gevlogen door Hubert de Chevigny, was
tevens de eerste homebuilt welke op de geografische Noordpool landde.
Mede door deze prestatie werd de belangstelling voor de Mistral omgezet
in een aantal orders in binnen- en buitenland. De Aviasud AE-206 Mistral was bij Aviasud
Engeneering S.A. in Frejus, Frankrijk ontworpen door twee Belgische
ingenieurs : Francois Goethals en Bernard d'Otreppe. Het prototype van
deze microlight tweedekker had in 1985 haar eerste vlucht gemaakt.
Opvallend aan het ontwerp is de voorwaartse stand van de vleugels,
vergelijkbaar met de stand van de vleugels van de HFB-320 Hansa jet. Bij
de bouw van de Mistral werd naast de al veelvuldig in de microlight
vliegtuigbouw toegepaste composieten voor propeller en romp, gebruik
gemaakt van Tedlar polyvinylfluoride (PVF) film voor het bespannen van
het uit aluminium buis en houten ribben opgebouwde raamwerk van de
vleugels. Nadat de Mistral door Aviasud Industries in productie was genomen
kon het eerste productie model in april 1986 worden afgeleverd. Het
productiemodel van de AE-206 Mistral was net als het prototype uitgerust
met een Rotax 532 motor. Deze motor is in de loop der jaren vervangen
door een Rotax 462 UL CB of een Rotax 582 UL DCDI motor. In een aantal
registers, waaronder het Belgische, wordt het motortype vermeld door de
toevoeging 582 aan het vliegtuigtype. De kruissnelheid van deze tweezits
MLA ligt rond de 115-120 km/uur. Het exacte aantal gebouwde Mistrals is
onbekend, maar in Frankrijk werden door Aviasud net iets meer dan twee
honderd gebouwd. Behalve in Frankrijk, is de Mistral ook in Brazilië
gebouwd door Ultraleger Industria Aeronáutica Ltda. Ultraleger heeft
inmiddels om commerciële redenen de productie van de Mistral gestaakt en
zij boden in 2004 het complete pakket benodigd voor de productie van de
Mistral: mallen, tekeningen, etc. voor 60.000 Euro te koop aan. De
Ultraleger Mistral B en C zijn vergelijkbaar met de Aviasud AE-206
Mistral en uitgerust met een 65 pk vloeistof gekoelde Rotax 582 UL-DCDI
motor. Uit de éénmotorige Aviasud AE-206 Mistral werd ook
een tweemotorige versie ontwikkeld. Bij de Mistral Twin is op de
vleugel een tweede motor geplaatst welke een duwschroef aandrijft. Deze
Mistral Twin was geen succes. De populariteit van de AE-206 Mistral is door een aantal ernstige ongelukken in
Duitsland, Frankrijk, Engeland en Nederland sterk teruggelopen. In
Duitsland hebben problemen met de stabiliteit van de vleugels er toe
geleid dat het type certificaat is ingetrokken en de Mistral in
Duitsland een vliegverbod heeft gekregen. In Groot-Brittannië heeft de BMAA (British Micolight Aircraft Association), na het verongelukken van
de G-MYST in 2001, een aantal aanbevelingen ter verhoging van de
veiligheid bij het vliegen met de Mistral gedaan. In Nederland is het
aantal actieve MLA’s van het type Aviasud AE-206 Mistral teruggelopen:
eind 2004 waren nog 11 vliegtuigen van het type in Nederland ingeschreven. |
De in 1992 gebouwde Aviasud Mistral s/n 176 werd in Duitsland ingeschreven als D-MONF.
Nadat de ultralight naar Nederland was verkocht werd de Duitse registratie doorgehaald, en op
3 maart 1995 werd de Mistral als PH-2S6 in Nederland ingeschreven. De door een Rotax 582 UL
motor aangedreven Mistral werd op de thuishaven, vliegveld Stadskanaal in Vledderveen bij Stadskanaal, gefotografeerd. |